Van Bueren omschrijft zichzelf nadrukkelijk als dagbladjournalist, niet als filmcriticus. Hij ziet het als zijn taak verslag te doen van nieuws en al wat nieuw is. In zijn beste recensies combineert Van Bueren een feilloos gevoel voor het medium film en zijn esthetische mogelijkheden met een nuchtere analyse van het (maatschappelijke) onderwerp. Daarbij worden hypes doorgeprikt en reputaties niet ontzien.
1963-1974 (Kunst)journalist bij De Tijd
Debuteert als filmcriticus in de katholieke krant De Tijd/De Maasbode (26 september 1963), waarvoor hij eerst universitair correspondent was. Zijn eerste, alleen met de initialen ‘v. B.’ ondertekende recensie betreft De Geliefde (Älskarinnan, 1962) van Vilgot Sjöman (in het boekje Peter van Bueren: vijftig jaar filmjournalist uit 2014 wordt zijn debuut abusievelijk een jaar later gedateerd). Naast zijn werk als filmjournalist schrijft Van Bueren in De Tijd over cabaret, kunst en televisie.
1964 Algemeen Studenten Persbureau en AVRO radio
Een van de samenstellers van Vivat Academia?, een gids voor katholieke studenten met informatie en artikelen over katholieke studentenverenigingen en hun activiteiten. En een van de oprichters van het Algemeen Studenten Persbureau, dat in het nationale studentennieuwsblad Student verslag doet van verwikkelingen aan Nederlandse universiteiten. In hetzelfde jaar produceert Van Bueren de AVRO studentenradiorubriek Almanak.
1972-1982 Filmfan
Medeoprichter van het filmtijdschrift Filmfan, dat met nostalgische blik terugkijkt op het Gouden Hollywoodtijdperk.
1974-2002 Film- en televisieredacteur bij de Volkskrant
In maart 1974 treedt Van Bueren in dienst bij de Volkskrant, als opvolger van filmredacteur B.J. Bertina. Bertina stelt zijn pensionering echter nog even uit, waardoor Van Bueren tussen 1974 en 1977 eerst mediaredacteur en gevreesd televisiecriticus wordt, voordat hij Bertina vervangt als filmchef. Na een slepende controverse met de hoofdredactie kiest hij er begin 2002 voor gebruik te maken van een VUT-regeling.
1976-1987 Redacteur filmblad Skoop
Uit onvrede met het Nederlandse filmklimaat en de vaderlandse filmkritiek wordt filmblad Skoop in 1963 opgericht door een aantal filmacademiestudenten, onder wie Pim de la Parra, Wim Verstappen en Nikolai van der Heyde. Het houdt in 1993 op te bestaan.
1981 Jaarboek Film
Van Bueren is een van de initiatiefnemers van het Jaarboek Film, een uitgave die, als Filmjaarboek, tot op heden bestaat.
1981 Kring van Nederlandse Filmjournalisten (KNF)
Een van de oprichters van de KNF, met een notariële bekrachtiging in maart 1982. Van Bueren is eerste bestuursvoorzitter en dient in de jaren erna nog een termijn als voorzitter. Van Bueren zit ook twee jaar in het bestuur van de Fipresci en neemt deel aan ongeveer 50 nationale en internationale jury’s.
2002-2008 Medewerker Skrien en andere freelance activiteiten
Van Bueren verslaat jarenlang wereldwijd filmfestivals, een traditie die hij na zijn pensionering voortzet in filmblad Skrien, dat in 2008 ter ziele gaat. Daarnaast adviseert en stimuleert hij regisseurs, filmcritici en filmfestivals. Zo is hij tot op heden betrokken bij het Golden Apricot International Film Festival in Armenië, dat hem in 2016 voor zijn jarenlange inzet een speciale prijs uitreikt, de Parajanov’s Thaler. Het International Film Festival Rotterdam, waarover Van Bueren sinds het begin schreef, kent hem in 2002 een Lifetime Achievement Tiger Award toe.
2014 Louis Hartlooper Oeuvreprijs
Ontvanger van de Louis Hartlooper Prijs voor de filmjournalistiek, naar aanleiding van zijn vijftigjarige jubileum. Dit gaat gepaard met de publicatie Vijftig jaar filmjournalist (2014).
SELECTIE ARTIKELEN PETER VAN BUEREN
De representatieve selectie van 25 recensies, achtergrondstukken en interviews (uit de duizenden artikelen die van Bueren tussen 1963 en 2002 schreef) is gedaan aan de hand van de volgende criteria.
Journalistiek
Van Bueren omschrijft zichzelf nadrukkelijk als dagbladjournalist, niet als filmcriticus. Hij ziet het als zijn taak verslag te doen van nieuws en al wat nieuw is, met journalistieke nieuwsgierigheid als leidraad. Dit uit zich niet alleen in een waaier aan vormen (recensie, interview, festivalverslag, nieuwsbericht, necrologie) en onderwerpen, maar ook in het signaleren van nieuwe ontwikkelingen en talent, of dat nu uit Europa, Amerika of Azië komt. Meestal is hij er vroeg bij, zoals bij makers die de selectie haalden – Jarmusch, Kieślowski, Zhang Yimou en Lee Chang-dong.
Haat/liefde
Journalistiek verslag doen betekent voor Van Bueren ook dat hij onverbloemd tekortkomingen signaleert, waardoor hij vaak met mensen in onmin raakt. Hiervan zijn enkele voorbeelden opgenomen, zoals Fons Rademakers (zie de recensie van Mira), Bert Haanstra (een vete die wordt beschreven in het mooie in memoriam dat van Bueren over Haanstra schreef) en Jos Stelling. In de recensie van Stellings Rembrandt Fecit 1669 adviseerde Van Bueren Stelling naar de psychiater te gaan. Hierop schreef de publiciteitsmedewerker van Tuschinski een boze brief naar de Volkskrant, waarna een discussie in Skoop volgde. Die discussie heeft niets aan kracht ingeboet en zal actueel aandoen voor eenieder die zich zorgen maakt over de afkalving van het journalistenvak en de stringente voorwaarden (zoals embargo’s) die het filmbedrijf de journalist tegenwoordig oplegt. Met Rademakers, Haanstra en Stelling kwam het wel weer goed. Met de door hem bewonderde Ivens onderhield Van Bueren een jarenlange vriendschap, die doorschemert in de recensie van Ivens’ laatste film Une histoire de vent.
Ontkrachten vooroordelen
Over Van Bueren bestaan vele (voor)oordelen. Zuurpruim, recalcitrante lastpak, brombeer, cynicus, Hollywoodhater, moralist (Theo van Gogh noemde hem schertsend ‘De Kapelaan’), ongeëmancipeerd et cetera. Een deel van de geselecteerde recensies en artikelen weerspreekt dit welbewust. Zo kiest hij partij voor Marleen Gorris (zie de recensie van Gebroken spiegels) en was hij zeer positief over Turks fruit, wat hem, getuige de vele ingezonden brieven en drieduizend opzeggingen, door veel katholieke lezers van De Tijd niet in dank werd afgenomen.
Filmische analyse
In zijn beste recensies combineert Van Bueren een feilloos gevoel voor het medium film en zijn esthetische mogelijkheden met een nuchtere analyse van het (maatschappelijke) onderwerp. Daarbij worden hypes doorgeprikt en reputaties niet ontzien. Als hij een film erg goed vindt, spat het enthousiasme ervan af, zie de recensies van Tarkovski’s Het offer, Paris, Texas van Wim Wenders en Sauve qui peut (la vie) van Godard en de gedetailleerde bespreking van een van zijn favoriete films, Apocalypse Now, waarvan hij de première op het filmfestival van Cannes in 1979 bijwoonde.
Selectie: André Waardenburg en Peter van Bueren (voorjaar/zomer 2016)
De 25 stukken van Peter van Bueren
- Mira (De Tijd, 5 maart 1971)
- Turks fruit (De Tijd, 23 februari 1973)
- Rembrandt Fecit 1669 (de Volkskrant, 16 december 1977)
- Deutschland im Herbst, festivalverslag (de Volkskrant, 11 maart 1978)
- Coming Home, interview Jane Fonda (de Volkskrant, 16 september 1978)
- Apocalypse Now (de Volkskrant, 1 november 1979)
- Het verboden bacchanaal (de Volkskrant, 30 januari 1981)
- Sauve qui peut (la vie) (de Volkskrant, 6 februari 1981)
- Querelle (de Volkskrant, 4 november 1982)
- Zelig, nepinterview met Woody Allen (de Volkskrant, 9 december 1983)
- Gebroken spiegels (de Volkskrant, 27 september 1984)
- Paris, Texas (de Volkskrant, 8 november 1984)
- Stranger Than Paradise (de Volkskrant, 31 januari 1985)
- Het offer (de Volkskrant, 21 augustus 1986)
- Glasnost-films (de Volkskrant, 22 januari 1988)
- Une histoire de vent (de Volkskrant, 26 januari 1989)
- A City of Sadness, interview Hou Hsiao-hsien (de Volkskrant, 19 januari 1990)
- Europa, interview Lars von Trier (de Volkskrant, 17 januari 1992)
- Raise the Red Lantern, interview Zhang Yimou (de Volkskrant, 17 januari 1992)
- The Piano (de Volkskrant, 22 juli juli 1993)
- In memoriam Krzysztof Kieślowski (de Volkskrant, 14 maart 1996)
- In memoriam Bert Haanstra (de Volkskrant, 24 oktober 1997)
- Green Fish, interview Lee Chang-dong (de Volkskrant, 23 januari 1998)
- Alle Japanners zijn eenzaam, reportage (de Volkskrant, 20 januari 2000)
- The Isle, interview Kim Ki-duk (de Volkskrant, 18 januari 2001)