Ter gelegenheid van 25 jaar Schokkend Nieuws schreef filmjournalist George Vermij voor het jubileumnummer een artikel over een kwart eeuw filmjournalistiek in Nederland. Hieronder de complete tekst, met dank aan het jarige genrefilmblad.
‘Horror is bij uitstek een genre voor kinderen of kinderlijke geesten.’ Was getekend filmcriticus Peter van Bueren in 1999 in De Volkskrant. De oprichters van Schokkend Nieuws voelden zich lange tijd als roependen in de woestijn. Maar hoe staat het nu met de (genre)filmjournalistiek?
Ook wat dat betreft is er veel veranderd in de afgelopen vijfentwintig jaar. Phil van Tongeren, een van de oprichters van Schokkend Nieuws en jarenlang de hoofdredacteur, herinnert zich: ‘Je had in 1992 nog Skoop, Skrien en De Filmkrant. En dan had je nog fanzines zoals Horrorscoop en Camera Obscura.’ Horrorscoop verdween al in 1992. ‘Dat was voor Jan Doense, Bart Oosterhoorn en mij de aanleiding om Schokkend Nieuws op te richten.’
Gevestigde orde
’Een onverschrokken pleitbezorger van het genre,’ schreef het drietal in het redactioneel van het nulnummer over Horrorscoop; en een onverschrokken pleitbezorger zou ook Schokkend Nieuws zijn. Er was vanaf het begin wel meer journalistieke ambitie. ‘Zonder kapsones, maar niet te oppervlakkig. Breed georiënteerd, maar evengoed eigenwijs,’ om het redactioneel van SN #1 maar even aan te halen.
‘Ik weet eigenlijk niet of wij toen door collega-filmjournalisten werden gelezen,’ zegt Phil. ‘Serieuze critici vonden fantasy toen meer iets voor kinderen.’ En horror? ‘Dat was dan voor hooligans.’ Peter Kuipers van De Waarheid schreef naar aanleiding van Friday the 13th, part 2 (Steve Miner, 1981) bijvoorbeeld dat hij nooit meer horrorfilms zou recenseren. Hij had aan het alledaagse politieke leed genoeg. ‘Om daarnaast ook nog eens slachtpartijen, ontsproten aan de ziekelijke fantasie van ‘scenaristen’ met dollartekens in hun ogen, te moeten aanschouwen,’ schreef hij, ‘daar pas ik verder voor.’ De aan het begin van dit artikel geciteerde Van Bueren deed zijn verzuchting in zijn recensie van the blair witch project (Daniel Myrick, Eduardo Sánchez, 1999). Hij vond de hype maar overdreven.
Er waren gelukkig ook filmjournalisten met een open blik. Phil: ‘Hans Beerekamp (NRC Handelsblad) heeft regisseurs als George A. Romero en David Cronenberg altijd serieus genomen en een kans gegeven. Van Bueren had daar niets mee. Ik denk dat zijn houding ook wel te verklaren is door de verzuiling. Vroeger had je de Katholieke Film Actie, die diende als een soort filmkeuring voor de katholieke zuil. Dat is een beetje blijven plakken als je naar De Volkskrant van toen kijkt. Dat zag je heel sterk bij Bob Bertina, die de voorganger was van Van Bueren, en niets moest hebben van plat vermaak. We liepen in dat opzicht achter bij de VS en Engeland. Ik las toen daarom veel Engelstalige bladen zoals Fangoria, Sight & Sound en The Monthly Film Bulletin.’
De situatie is inmiddels anders. ‘Vroeger had Schokkend Nieuws meer een monopolie. Als je een interview met John Carpenter wilde lezen, dan wist je dat je dat bij ons kon vinden. Nu doen alle grote kranten iets met genrecinema, of dat nu in de vorm is van een interview of een reportage. Dat heeft misschien ook met de veranderingen binnen de cinema te maken. David Cronenberg is bijvoorbeeld andere films gaan maken. Sommige van ‘onze’ filmers worden nu gezien als auteur-cineasten. Pulp is uitgegroeid tot een groot mainstream fenomeen. Superheldenfilms zijn de standaard en alle media gaan er in mee. In 1992 voelde het allemaal rebelser. Je had het gevoel dat je tegen de gevestigde orde aanschopte.’
Niet altijd zo cool
En nu? De Amerikaanse filmcriticus Nick Pinkerton schreef in oktober vorig jaar een vlammend artikel over de huidige staat van de filmpers, getiteld Talking in Circles. Het internet, stelt hij, heeft de vorm en de functie van schrijven over film drastisch veranderd. De hoge omloopsnelheid van artikelen, posts en tweets zorgt ervoor dat we met z’n allen steeds meer meegaan in de waan van de dag. En dat terwijl de schrijvende pers zich in bochten moet wringen om een verdienmodel te vinden in een tijd waarin alles ‘gratis’ op het internet staat.
Pinkertons richt zijn vlijmscherp geschreven pijlen onder meer op Harry Knowles: ‘The first poster-(fan)boy of the movement (…) the deeply depressing creator of Ain’t It Cool News, who’s had many successors in the ‘Hey, guys’ school of writing, populist boors unified by an ‘unpretentiousness’ manifest in a median seventh-grade writing level, their slouchy faux-casual come-on disguising a very professional canniness when it comes to the art of monetizing attention.’ Hij waarschuwt: ‘The prevalence of this voice is the fallout of the delegitimization of expertise.’
Het internet biedt ook kansen en Ain’t it Cool News hielp vanaf 1996 ook genrefilms populariseren, maar Pinkertons zorg is niet zonder grond. Schokkend Nieuws zag de bui in 2006 al hangen. Phil van Tongeren en Bart Oosterhoorn namen in SN #71 verschillende Nederlandse horrorwebsites onder de loep en vonden veelal zwak beargumenteerde recensies, zinnen als ‘Een klein stadje waar nooit iets gebeurd (sic) word (sic) op z’n kop gezet..’ en vele kinderachtige pseudoniemen. Barend de Voogd, de huidige hoofdredacteur van Schokkend Nieuws, ziet het probleem nog steeds om zich heen. ‘Ook bij de niet-genre specifieke websites merk ik dat er is soms erg weinig kritische afstand is. Er wordt lang niet altijd goed geredigeerd en de scheidslijn tussen journalistiek, fanboy-isme en betaalde content is heel dun.’
Wat dat laatste betreft zijn er natuurlijk veel subtiele verleidingen. Phil: ‘Je moet je altijd afvragen waardoor je laat leiden in je oordeel. Stel dat je een matige film in je blad recenseert en je opeens een advertentie van die film binnenkrijgt. Geef je dan net dat extra sterretje? En dan zijn er nog de exclusieve persbezichtigingen die distributeurs voor filmjournalisten regelen, soms inclusief vlucht naar het buitenland. In hoeverre laat je daardoor je mening bepalen? Hans Beerenkamp maakte bijvoorbeeld principieel geen gebruik van dat soort tripjes. Hij vond het ingaan tegen de onafhankelijke positie van de criticus.’
‘Het is ook een kwestie van karakter en ervaring,’ vindt Barend. ‘Ik zie wel eens jonge bloggers op persvoorstellingen die zich volkomen laten inpakken door de PR-afdeling. Dat iemand een cool interview voor je regelt, betekent nog niet dat je positief over de film moet zijn. Daar moet je scherp op blijven.’
Barend: ‘Zorgwekkend vind ik op het moment dat zowel de industrie als het lezerspubliek zoiets als Facebook zo’n enorme macht toekennen. Los van de gevolgen die dat heeft voor de advertentie-inkomsten van kleine onafhankelijke blaadjes; daar is helemáál geen discussie meer over onafhankelijke journalistiek, daar regeert het plaatje, de hype en de click-bait. Je kunt aan de comments zien dat mensen vaak reageren zonder zelfs maar de post gelezen te hebben, laat staan de recensie die eraan hangt. Ze zitten alleen maar te wachten op bevestiging. Facebook is een goed medium om meer met je lezers in contact te komen, maar dat duimpje omhoog zegt eigenlijk alles: het is de antithese van goed onderbouwde filmkritiek.’
Tipp-ex en kopijpapier
Desalniettemin is Schokkend Nieuws onder Barends leiding wel veel actiever geworden op de verschillende social media: Facebook, Twitter, Instagram. Een echt blad blijven publiceren is een uitdaging geworden. Phil: ‘Vóór het internet was de leesbehoefte anders. Een filmblad had een belangrijke informerende functie. Tegenwoordig kan je alles over de film bij wijze van spreken op YouTube terugzien.’
‘Toch moet je er op blijven vertrouwen dat er altijd een publiek zal zijn voor goede artikelen over film,’ vindt Barend. ‘Misschien keert de wal het schip ook wel op den duur, en krijgen mensen genoeg van alle juichverhalen over de zoveelste nieuwe film met een promotiebudget van honderd miljoen. Misschien ook niet. Hoe dan ook, je hebt alleen je eigen blad in de hand. Onafhankelijke recensies zonder promopraat; daarmee dus doorgaan. Filmjournalistiek is ook meer dan alleen recenseren. Iedereen heeft tegenwoordig een mening over de laatste film, maar niet iedereen kan zorgen voor diepgravende essays, bloemrijk geschreven stukken of de humor en prachtige illustraties die Schokkend Nieuws wél biedt. Of bijzondere interviews en reportages; wat dat betreft moedig ik ook onze eigen schrijvers aan vaker een filmset te bezoeken of een archief in te duiken.’
Phil denkt ook dat Schokkend Nieuws zich op die manier kan blijven onderscheiden. ‘Wij kunnen dat ook doen omdat wij niet te gebonden zijn aan de markt. Als een redacteur komt met een leuk idee voor een special over iets heel obscuurs dan is daar ruimte voor. Niet alleen stukken over star wars, maar ook over een onbekende Colombiaanse genrefilm of horrorkunst of folk horror. Die insteek is eigenlijk niet veranderd. Ik weet nog dat Jan Doense en ik naar Whitstable in Engeland gingen. Daar heeft Peter Cushing zijn laatste levensjaren gesleten. Er is een klein museum gewijd aan de man en wij hebben daar toen een artikel over geschreven. Dat is misschien een obscuur onderwerp dat slechts een enkeling interesseert. Toch doen wij dat nog steeds en dat wordt volgens mij ook door de lezers gewaardeerd.’
Een van de leukste dingen van zijn tijd als hoofdredacteur vond Phil de eindredactie. ’Ik vind het heerlijk. Dat eindeloos commentaar op stukken. Schrappen. Terugsturen. Nog eens lezen. Zo help je mensen die beginnen in het vak op weg. Je moet niet vergeten dat bekende critici als Oliver Kerkdijk (VPRO) en Bart van der Put (Parool) hun eerste schreden in Schokkend Nieuws hebben gezet. Ik moet toegeven dat ik het stiekem ook leuk vind als ik een stuk van mezelf terugkrijg met allerlei opmerkingen. Je kunt het masochistisch noemen, maar ik vind het prettig. Je weet dan dat iemand er echt werk van heeft gemaakt om jouw tekst grondig door te nemen en te verbeteren. Vroeger deed ik dat op een Adler-typemachine op mijn Gispenbureau. Tipp-ex en kopijpapier.’ Tegenwoordig gaat alles natuurlijk digitaal, maar het schrijven als vakmanschap is nog steeds één van de pijlers van het blad, naast de onvoorwaardelijke liefde voor genrecinema.
Het feit dat het blad nog steeds op papier uitkomt, als een van de laatste overgebleven filmbladen in Nederland, is ook zijn kracht te midden van de digitale content storm. Phil: ‘Er is nog nooit zo veel filmkritiek geweest als nu, als je afgaat op je Facebook-feed, maar ik heb het idee dat iedereen alleen maar scant. Lezen op papier is toch anders. Je wordt niet afgeleid en je neemt de tijd. Zo heb ik laatst weer de essays en kritieken van Pauline Kael gelezen. Ik ben het niet altijd met haar eens, maar in een boek leest dat heerlijk weg. Gelukkig zijn wij nog steeds een echt blad.’ Wanneer de nieuwe Schokkend Nieuws van de drukker komt fietst Barend daarom altijd even bij Phil langs. ‘Het eerste wat ik doe is ruiken. Die geur van inkt en papier!’
George Vermij