2 – Turks Fruit

3 – Rembrandt Fecit 1669 >

De Tijd, 23 februari 1973

Boek van Jan Wolkers met flair verfilmd
Turks Fruit: Lekker, leuk, fris en soms echt ontroerend

Toen Paul Verhoeven aan de verfilming van Turks Fruit begon liet hij met nadruk weten dat de film heel anders zou worden dan de bestseller van Wolkers. “Men moet de film dus niet gaan zien als een getrouwe overzetting van het boek op het doek.”

De film spreekt dit tegen. De grote kracht ervan is dat Verhoeven er in geslaagd is zijn film genoeg van de onderlaag mee te geven die ook het boek van Wolkers tot meer dan een zwaar lijfelijk sex-verhaal van de beeldhouwer en zijn Grote Liefde maakte. En de meeste zwakke plekken van de film zitten in scènes die de lijn van de film breken maar die niet kunnen worden weggelaten omdat het de anekdotische krenten van Wolkers waren. Bovendien is de hele publiciteit rond Turks Fruit zeer duidelijk aan het succes van Wolkers gekoppeld. De affiches zijn gelijk aan de bekende voorkant van het boek en hoewel Jan Wolkers helemaal geen aandeel aan de film heeft is hij de grote voorvechter ervan en loopt hij als een gewiekste sandwichman overal die film te propageren, waartegen de producenten van de film natuurlijk geen enkel bezwaar hebben (en wat de verkoop van het boek ook wel zal bevorderen).

Aan vergelijkingen tussen boek en film ontkom je bijna niet, erger nog. Er zijn scènes die slechts voor lezers van het boek duidelijk zijn. Neem bijvoorbeeld de figuur van de vader van Olga. Drie dingen zal iedere lezer (en dat is iedereen in Nederland zo’n beetje toch) onthouden hebben van die man. Hij peuterde altijd in zijn neus en plakte de inhoud onder zijn stoel (“zijn bulletjespark” noemt Wolkers dat), verder trommelde hij altijd de Radetzkymars tegen de zijkant van zijn crapaudje en tapte hij te pas en onpas uit een bescheiden moppentrommeltje met als hoogtepunt de mop van de twee jongens die naar Parijs gingen. “Ken je die? Ze gingen niet.” Wolkers schetst die man met dit soort kenmerken als het ware tussen neus en lippen terwijl hij over Olga zit na te denken. In een film moet zo iemand geleidelijker worden ingevoerd, maar dat is onmogelijk gebleken. Hij is nauwelijks in beeld of hij zit op die stoel om zich heen maaiend de Radetzkymars te slaan, stopt snel wat bulletjes onder de crapaud en zijn conversatie met de omgeving bestaat bijna uitsluitend in die mop van die twee jongens die naar Parijs gingen. Ze gingen niet.

Zo’n man is voor een film een geweldig probleem, omdat het onmogelijk is hem weg te laten en het bovendien “zonde” is die aardige karakteristieke trekjes niet te gebruiken. Maar omdat het zulke opvallende dingen zijn springt het er uit en krijgen zulke details een nadruk die niet overeenstemt met wat hij als figuur in de film betekent. Er is in de lijn van de film geen aanvaardbare aanloop die de uitschietende elementen van die man rechtvaardigt.

Ik maak nogal wat werk van dit detail om aan te geven dat Paul Verhoeven wel degelijk dicht bij het boek is gebleven, maar dat hem dat als filmer parten speelt. Daarnaast is in Wat zien ik  al gebleken dat Verhoeven een zeer fragmentarische stijl heeft. Wat zien ik was een aaneenschakeling van brokjes die een totale lijn misten. Dat zit soms in Turks Fruit.

Anekdotische spetters, accenten die onevenwichtig naast elkaar liggen. Zij het veel minder dan in Wat zien ik want Turks Fruit heeft een veel betere structuur, is veel meer een verhaal, de hoofdpersonen krijgen veel meer de kans zich te ontwikkelen. Dat zal ook wel komen door het als boek veel betere verhaal dat Wolkers schrijft in vergelijking met de serie platte grollen van Albert Mols Wat zien ik. Scenario-schrijver Gerard Soeteman had bij Wolkers veel meer houvast en heeft ook een veel beter scenario geschreven.

Turks Fruit is een erg slimme film, in die zin dat de succesvolle formule van Wat zien ik is aangehouden maar sterk verbeterd.

Verhoeven en producent Rob Houwer hebben ook dankbaar gebruik gemaakt van de doorbraak die Blue Movie was op het gebied van toelaatbare sex. Men kon zelfs een stapje verder gaan door de moralistische entourage die Verstappen nodig had om de vrijmoedigheden van zijn Blue Movie te verdedigen te vervangen door de literaire kracht die de schuttingtaal en opzienbare intimiteiten van Jan Wolkers binnen de aanvaardbaarheid van het “fatsoenlijke” hielden.

Heel slim is het begin van Turks Fruit, waarin een paar keiharde en betrekkelijk grove effecten worden nagejaagd die al het volgende versoepelen. De hoofdfiguur, Eric Vonk geheten, droomt naakt op zijn bed dat hij eerst de nieuwe liefde van zijn Olga en dan het meisje zelf vermoordt, waarna hij bij een naaktfoto van het meisje gaat masturberen. Daarna raffelt hij een aantal snel versierde vriendinnetjes-voor-een-uur af, voordat de eigenlijke film, zijn verhouding met Olga, begint. Die scènes liegen er niet om, zijn in hun openhartigheid niet eerder in de bioscoop vertoond, maar hebben het effect van een duik in koud water zonder voorzichtige teenbenatting. Alles wat volgt heeft door de eerste klap een verzachtende werking en kan nauwelijks meer “aanstoot” geven.

Natuurlijk zijn er nog genoeg “schokkende” taferelen maar een van de complimenten die men Paul Verhoeven moet maken is dat hij met een perfecte handigheid alles in de juiste verpakking weet te stoppen. Geen gesmoezel, maar algemene ontspannenheid en een verlegging van accenten in humor en groteske overdrijving, zodat nergens een sfeer van “spannend” voyeurisme ontstaat.

En daarmee is Turks Fruit een lekkere, leuke, aangename en soms echt ontroerende film geworden, die met grote flair over je heen spoelt, mede door de doeltreffende muziek van Rogier van Otterloo en de voortreffelijke stijl van Jan de Bont, wiens fotografie zich uitsluitend leent voor het soort beelden dat de film nodig heeft.

Als je stuk voor stuk de details kritisch gaat bekijken is er genoeg aan te merken. Rutger Hauer is zeer aanvaardbaar, maar mist misschien net het ronde gezicht dat bij zijn bonkige krachtpatsersloop past. Monique van de Ven is zeer mooi om te zien, hoewel het toch moeilijk is haar talenten als actrice te schatten. Ze heeft misschien wat weinig “diepte” en wat ze werkelijk meer kan dan alleen erg lief en aardig bloot rond dansen komt er in Turks Fruit nog niet zo goed uit. Paul Verhoeven heeft haar eerder als zeer bruikbaar materiaal gebruikt dan als “regisseur” behandeld. De bijrollen zijn ook zeer wisselvallig. Tonny Huurdeman en Wim van de Brink als de ouders van Olga voldoen uitstekend, net als Hans Boskamp die niet eerder zo goed uit de verf kwam in een van de vele kleine rolletjes waarmee hij door de Nederlandse film zwerft. Maar als je dan iemand als Bert Dijkstra als autoriteit bezig ziet bij de befaamde onthulling van het standbeeld waar Jan Wolkers voor de koningin “verborgen” werd gehouden, dan schrik je van de oubolligheid.

Alle elementen zijn opgeofferd aan de spoeling van het totaal en misschien heeft Paul Verhoeven wel gelijk. Wat hij bereikt is een vrolijke frisse film voor een groot publiek, dat alles krijgt wat het wenst, op een zeer aanvaardbaar niveau. Turks Fruit is een film waarvan de onderdelen aanleiding geven tot discussie, maar die geen reden tot gezeur geeft, volwassen in het vel zit, en niet zo’n irriterende bijsmaak geeft als Wat zien ik. Het is tenminste eens niet zo’n burgerlijk truttengedoe, geen Volendamse Hup-Holland-hup-toestand (op die Bert Dijkstra-scènes en nog wat na).

Er zijn films (en dat zijn de belangrijkste) die pas later goed op je gaan inwerken, die je nog lang heugen. Daar behoort Turks Fruit niet bij. Na afloop is de taart op, maar hij heeft wel lekker gesmaakt.

Peter van Bueren

Naschrift 2016

Bij Turks Fruit schiet me altijd meteen de middag te binnen dat producent Rob Houwer de film aankondigde in het atelier van Jan Wolkers in de Amsterdamse Zomerdijkstraat. Met name het moment dat hij de hoofdrolspeelster voorstelde en deze onbekende en zeer appetijtelijke jongedame de trap afkwam. Wow! Wat een ontzettend aardige meid, bleek toen ik haar daar voor het eerst interviewde. Sympathiek, open, naturel en ze rook ook heel aangenaam.

Op 23 februari 1973, in het laatste jaar dat ik voor dagblad De Tijd werkte, schreef ik niet alleen een positieve recensie over Turks Fruit maar ook over Last Tango in Paris, die op dezelfde dag in première ging. Dat leverde talloze woedende reacties op. Hoewel de meesten de films niet hadden gezien, zegden zo’n drieduizend lezers hun abonnement op, een gigantisch aantal, zeker als je weet dat de krant er ongeveer zestigduizend had. Dat er in hun krant aandacht aan dat soort smerige seksfilms werd besteed, en nota bene nog positief ook, ging alle perken te buiten. Er werd een hele pagina ingeruimd met citaten uit lezersbrieven, voorzien van een mooi begeleidend stukje van hoofdredacteur Herman van Run, die zijn recensent verdedigde. Enkele maanden daarna verhuisde ik naar de Volkskrant en een jaar later werd De Tijd als dagblad opgeheven, waarin ik overigens geen oorzakelijk verband zie.

Zie hier de pagina in De Tijd met lezersbrieven over Turks Fruit.

Overigens verkozen de lezers van De Tijd een jaar later Turks Fruit als één na beste film van het jaar, vlak na Last Tango in Paris.

Toch moet je je wel even die tijd indenken. In de jaren zestig en zeventig zijn er zoveel dingen veranderd en zo snel, dat niet iedereen, zeker niet buiten Amsterdam, dat kon bijhouden. De redactie van De Tijd ging, onder leiding van de intelligente en progressieve hoofdredacteuren Ton Cuppen en Herman van Run, behoorlijk met de tijd mee, maar lang niet alle lezers, voor een deel conservatief katholiek. Tot 1968 was er nog een aparte katholieke filmkeuring, die in De Tijd stond afgedrukt. Dat verhoogde de oplage van de vrijdagkrant (toen de filmpremièredag) altijd flink, want die katholieke filmladder vermeldde naast de leeftijdsgrenzen tot 18 jaar ook nog de categorieën Volwassen, Strikt Volwassen en Ontraden, merendeels aanduidingen voor de hoeveel bloot en daarom tegelijk een aanbeveling voor iedereen die voor erotische spanning naar de bioscoop ging.

Turks Fruit was overigens niet de film die taboes doorbrak, want die eer komt toch echt toe aan Wim Verstappen en diens Blue Movie, die heel wat verder ging. Dat Blue Movie in 1971 integraal vertoond mocht worden, en vooral de slimme verdediging van Wim Verstappen, was de aanleiding voor de afschaffing van de filmkeuring voor volwassenen in 1977. Ik heb die ontwikkelingen altijd gretig gevolgd en becommentarieerd, want ik vind dat elke vorm van censuur verboden zou moeten worden. Het is toch onvoorstelbaar dat in sommige landen critici deel uitmaken van de filmcensuur, zogenaamd ter bescherming tegen de gevaren van film.

Peter van Bueren