IFFR jury 2017 – Theodoor Steen

King of the Belgians bleek voor mij persoonlijk één van de weinige titels die in aanmerking kwam voor de KNF-juryprijs die volledig wist te overtuigen. In de, op papier goede, maar in realiteit tegenvallende selectie bleek het één van de weinige titels die een speelse toets effectief wist te combineren met een solide basis. In een groot deel van de selectie die de juryleden dit jaar moesten bekijken, waren namelijk twee duidelijke euvels: óf een film verloor zichzelf in experimenteerdrift of de films konden juist wat meer bravoure gebruiken.

De eerste trend vertegenwoordigde zich met name in films als Rey (Niles Attalah) en By The Time It Get’s Dark (Anocha Suwichakornpong). In Rey wordt een historisch falen aan de kaak gesteld, maar doordat de regisseur zich verliest in uiterlijke frivoliteiten raakt de boodschap ondergesneeuwd. Het is tekenend dat zoveel van de personages zich verschuilen achter maskers: een treffend symbool voor filmmakers die zelden hun ware gezicht laten zien. Ook bij By The Time It Get’s Dark bekroop me het gevoel dat de filmmakers een punt probeerden te maken dat niet volledig uit de verf kwam. Op scèneniveau komt de themathiek wel tot wasdom, maar de plotstructuur blijft afdwalen in nieuwe verhaallijnen. Als deze tegen het einde niet bij elkaar komen, maar de film als een nachtkaars uitgaat, bekruipt me een vraag die vaker gesteld kon worden bij de selectie: “waarom?”

Hetzelfde geld voor sommige van de stijlkeuzes in Daan Bakker’s Quality Time, die komisch effectbejag plaatst boven interne motivatie. Helikoptershots met kleinzerige ondertiteling hebben een droogkomisch effect, maar de thematische associaties bij een dergelijk vervreemdende stijlkeuze komen niet volledig tot wasdom. Fiona Tan’s Ascent komt beter tot zijn recht, waarbij stijl en inhoud effectief op elkaar inwerken en het rigoureuze experiment zelf een onderdeel wordt van de aangestipte thema’s. Een uitzondering die de regel bevestigd.

Experiment blijkt een gedegen basis nodig te hebben. Een moment waarop alle losse eindjes bij elkaar geknoopt worden. In Ascent, en in mindere mate Quality Time en Night of a 1000 Hours (Virgil Widrich), komt de film in de laatste akte bij elkaar. De uitgeworpen lijntjes worden ingehaald: het publiek is beet. Bij Rey en By the Time It Get’s Dark blijft het publiek doelloos dobberen.

Aan de andere kant waren er titels als White Sun, De Wereld van Wubbe en Het Doet Zo Zeer die meer durf in vorm hadden kunnen gebruiken. Het Doet Zo Zeer bestaat eigenlijk bij gratie van het onderwerp, doelend op het maatschappelijk relevante thema, maar ook de innemende koppigheid van mevrouw Breed. Qua vorm is het echter niet om over naar huis te schrijven, met ongemotiveerde montagekeuzes en rommelig camerawerk. De Wereld van Wubbe heeft niet eens een hoofdpersoon die raakt: de documentaire weet de spanning van het getoonde danswerk nergens om te zetten in interesse voor de hoofdpersoon of een prikkelende vorm. White Sun is vooral erg letterlijk waarbij het dramatisch effectbejag dik wordt aangezet en de film eindigt met de tegeltjeswijsheid: “De kinderen zijn de toekomst”. De weg naar die evidente conclusie blijkt evenzeer bezaaid met van dik hout gezaagde planken.

Mede daarom viel King of the Belgians positief op: een onvervalste crowdpleaser die niet wars is van clichés, maar deze effectief weet in te zetten. Een film die daarnaast, door zich voor te doen als “documentaire” een meta-tekstueel spel speelt. Als het personage Duncan Lloyd, zogenaamd de regisseur van de film, zich afvraagt wat zijn verantwoordelijkheid is als filmmaker in het tonen van de waarheid, dan is dat een vraag die regisseurs Jessica Woodworth en Peter Brosens ook zichzelf voorhouden. Door de gedachtegang achter het vormexperiment zo expliciet te maken geeft men het publiek handvatten om de politieke thematiek te duiden. Het verhaal dat aan de basis ligt, een goed doortimmerde roadmovie vol kluchtige humor, krijgt daarmee extra glans. Het vormexperiment heeft een voedingsbodem om in te aarden. De twee elementen houden elkaar in balans. Een evenwicht dat in een groot deel van de andere films zoek is.