Filmjournalist en mede-oprichter KNF Peter van Bueren (78) overleden

Vrijdag bereikte ons het trieste nieuws dat Peter van Bueren, oud-filmjournalist van de Volkskrant en mede-oprichter van de KNF, op 78-jarige leeftijd aan kanker is overleden. Van Bueren was niet alleen decennialang één van de meest invloedrijke filmcritici van Nederland, ook stond hij aan de wieg van de ontzuilde filmkritiek in ons land, zo was ook in de meeste necrologieën die vrijdag over hem verschenen te lezen.

Peter van Bueren hoorde samen met Hans Beerekamp, Frank Zaagsma en Pieter van Lierop in 1981/1982 tot de vier’founding fathers’ van de Kring van Nederlandse Filmjournalisten. Van Bueren was meteen ook de eerste voorzitter. Onder zijn voorzitterschap werden in de eerste jaren zaken als de filmperspas voor de toen ongeveer veertig leden geregeld. In de jubileumkrant die in 2007 verscheen bij het 25-jarig bestaan van de KNF zei Van Bueren het volgende over de nut en noodzaak van de beroepsvereniging:

Ten eerste: de persvoorstellingen werden chaotisch georganiseerd (…) Dat moest verbeterd worden. Ten tweede: de FIPRESCI. Wij waren daar niet bij aangesloten  en daarom nooit bij festivaljury’s vertegenwoordigd. Waarom zouden wij ons niet verenigen?

Maar Van Bueren relativeerde ook de invloed van de KNF:

Nu, na 25 jaar, zie ik wel wat de KNF heeft opgeleverd: een perskaart, faciliteiten, jurydeelnames, diverse prijzen in eigen land. (…) Maar de filmkritiek zelf is er niet door verbeterd.

In 2016 blikte Peter van Bueren samen met André Waardenburg terug op zijn lange loopbaan als luis in de filmpels. Het leverde een prachtige selectie van zijn 25 meest bijzondere stukken op die op deze site allemaal zijn terug te lezen. Bovendien voorzag hij elk stuk van een nieuw commentaar waarin hij reflecteerde op de films, de tijdgeest en zijn eigen mening.

Hieronder een bloemlezing van de necrologieën en de stukken die eerder door en over hem werden geschreven.

Volkskrant filmredacteur Bor Beekman schreef in de krant waar Van Bueren hoogtij vierde een mooi stuk over zijn voorganger.

‘Cinema’: Van Bueren kon het zeggen als een bevel, met een harde S. De essentie van film, voor hem: wanneer de kunstvorm iets verricht wat al die andere kunstvormen niet kunnen. (…) Hij had de naam geen liefhebber te zijn van Hollywoodvermaak, maar Van Bueren schreef enthousiast over grote (en goede) Amerikaanse studiofilms als Back to The Future en Return of the Jedi. ‘Als je honderd films ziet, zijn er nou eenmaal tachtig tinnef’, was zijn antwoord, gevraagd naar die vermeende zuurgraad. ‘Dus dan heb je tachtig negatieve recensies. Dat zegt niks.’

In NRC Handelsblad pende André Waardenburg een persoonlijk stuk over de invloed die Peter van Bueren in de jaren ’80 en ’90 had op zijn lezers.

Vooral in de jaren zeventig en tachtig inspireerde Van Bueren velen met recensies die een feilloos gevoel voor de expressieve mogelijkheden van het medium film koppelden aan heldere analyses van de (maatschappelijke) thema’s die aan de orde werden gesteld. (…) Zelf zag hij zich niet als criticus, maar als een journalist die op precieze wijze verslag doet van wat nieuw is. Inderdaad signaleerde Van Bueren vroegtijdig veel nieuw talenten, en gaf hij die een prominente plek op de filmpagina.

Dana Linssen schreef in de Filmkrant een mooie necrologie over de man die ze liefdevol omschrijft als haar ‘mentor-tegen-wil-en-dank’.

Van Bueren beleefde als een van de meest toonaangevende filmjournalisten in Nederland zijn hoogtijdagen tijdens de opkomst van de auteursfilm en de artfilm. Hij nam geen blad voor de mond, streed koppig tegen elke vorm van gluiperigheid of hypocrisie, had een scherp oog voor nieuw talent, en was van onschatbare waarde voor de ontsluiting van Aziatische cinema bij het Nederlandse publiek. (…) Een ding is zeker: met Van Bueren zijn de Nederlandse film, internationale films in Nederland en de Nederlandse filmjournalistiek hun favoriete luis in de pels kwijt. En daarmee de parel aan hun kroon.

In 2016 gaf Peter van Bueren een zeldzaam interview aan Jos van der Burg voor de Filmkrant. Van Bueren was toen al flink ziek. Hij was echter niet minder op dreef, zo blijkt uit onderstaande quotes.

Op de vraag of hij na bijna veertig jaar filmkritiek nog door films verrast kon worden, schiet Van Bueren uit zijn slof. “Dat is een hele rare vraag. Waarom vraag je dat? Dat is toch niet interessant! Vraag je zoiets ook aan de groenteboer die de hele dag aardappels staat te verkopen? Ik vind het een absurd belachelijke vraag, zeker voor iemand die zelf al lang over film schrijft. (…) Ik vind kijken naar bewegende beelden lekker. (…) In zijn algemeenheid maakt het me niet uit wat ik zie, maar zodra ik ga omschrijven wat een film voorstelt, wordt het een ander proces.

In 2018 stond in de Filmkrant een terugblik van Van Bueren op zijn eerste bezoek aan het Filmfestival van Cannes, in het roerige jaar 1968, inclusief een foto van de perskaart.

Van Bueren beschrijft de chaos van het festival in het revolutiejaar ’68.

Er volgde een chaotische persconferentie, waarbij Truffaut namens 1000 filmprofessionals uit protest tegen het politiegeweld en uit solidariteit met de studenten pleitte voor het stopzetten van het festival.

Maar er is ook een hilarische terugblik die veelzeggend is over de kijk van Van Bueren op de vaderlandse filmpers.

VPRO-programmamaker Jan Blokker was samen met zijn vrouw Anneke in Cannes, met een auto en caravan waar ze in sliepen. Bob Bertina van de Volkskrant mocht met Jan en Anneke mee terug, maar hij moest in de caravan zitten, ze hadden geen zin in zijn gezeur. Ik had het geluk dat ik mee kon rijden met Cees Doolaard en zijn ex-vrouw Mimi in zijn Volkswagen Kever. Zij was een paar dagen overgekomen naar Cannes, ze waren nog goede vrienden. Maar hun weerzien was helemaal fout gelopen. Ik zat helemaal opgepropt op de achterbank, omgeven door koffers. Zij zaten zwijgend voorin en als ze wat zeiden, werd het ruzie. (…) We reden over een enorme vlakte en zagen iemand langs de kant van de weg staan, waarschijnlijk gestrand zonder benzine. Naarmate wij dichter bij kwamen, zagen we dat hij stond te liften. Op een gegeven moment herkenden we Herman van der Horst. Doolaard gaf plankgas en zei ‘godverdomme, dat nooit’. Het was de enige keer tijdens de rit dat Mimi hem bijviel: ‘gelijk heb je’.

Nico van den Berg
Voorzitter KNF
Amsterdam, 27 maart 2020.